Tender ABC
A – Aantrekkelijk aanbod
Inschrijven op een aanbesteding heeft alleen zin als je de opdrachtgever werkelijk iets te bieden hebt. Zakelijke voorstellen die nauw aansluiten op wat in het bestek wordt uitgevraagd, maken de meeste kans om te winnen.
B – Beoordelingscommissie
Je inschrijving wordt gelezen door onafhankelijke deskundigen die ieder afzonderlijk het criterium kwaliteit beoordelen. Zij mogen niet betrokken zijn bij de beoordeling van de overige subgunningscriteria. Evenmin zijn zij op de hoogte van de scores die aan de andere criteria zijn toegewezen.
C – Criteria
D – Doorgronden
E – Eigen Verklaring
Sinds 2016 vervangt het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) het Nederlandse model Eigen verklaring. Het UEA is een eigen verklaring over de uitsluitingsgronden, financiële toestand, de bekwaamheden en de geschiktheid van je onderneming voor de aanbestedingsprocedure.
F – Functioneel specificeren
G – Geschiktheidseisen
H – Heraanbesteden
Het komt geregeld voor dat een aanbesteder een aanbestedingsprocedure intrekt om de opdracht vervolgens (al dan niet gewijzigd) opnieuw aan te besteden. Daaraan zijn voorwaarden verbonden.
I – Inschrijving
Door inzending van het inschrijvingsformulier en aangevuld met de daarin gevraagde stukken doet de inschrijver een in zijn ogen gepaste aanbieding voor de opdracht van de aanbestedende dienst.
J – Juridische kwesties
Met de Aanbestedingswet 2012 geeft Nederland invulling aan de Europese richtlijnen voor aanbesteden. De wet bevat regels voor aanbestedingen voor zowel boven als onder de Europese drempelbedragen. De Aanbestedingswet is op 1 april 2013 van kracht geworden en gewijzigd in juli 2016.
K – Kansendossier
Bij Best Value Procurement (BVP)-aanbestedingen wordt inschrijvers gevraagd om naast een prestatieonderbouwing ook een kansen- en een risicodossier in te dienen. Het kansendossier biedt inschrijvers de gelegenheid om onderdelen van een oplossing of aanpak aan te dragen waar de opdrachtgever zelf niet aan heeft gedacht.
L – Leidraad
Het reglement dat de deelname-voorschriften en het verloop van de gehele aanbestedings-procedure voorschrijft.
M – Marktconsultatie
Een instrument ter voorbereiding van een aanbesteding van grote, complexe of innovatieve projecten of wanneer de prijs van een project moeilijk te ramen is. Marktconsultaties komen in allerlei vormen voor en hebben verschillende doeleinden.
N – Nota van Inlichtingen
Document waarin de aanbestedende dienst de vragen van geïnteresseerde ondernemers geanonimiseerd bundelt en beantwoordt. De antwoorden in de nota van inlichtingen staan boven het bepaalde in de leidraad.
O – Onderhands aanbesteden
Het tegenovergestelde van een openbare aanbesteding. Bij (meervoudig) onderhands aanbesteden nodigt de aanbestedende dienst op basis van objectieve criteria een aantal (minimaal 3 en maximaal 5) gegadigden uit om een offerte in te dienen op basis van een door hem vervaardigd beschrijvend document of bestek met daarin alle relevante informatie.
P – Programma van Eisen
Een document waarin de specificaties voor een te leveren product of dienst zijn opgenomen om verschillende interpretaties tijdens de uitvoering te voorkomen.
Q – Quotum
Om meer mensen met een beperking aan het werk te helpen heeft de overheid een quotum vastgesteld. In het nieuwe systeem tellen banen die via inkoop gerealiseerd worden (= Social Return) mee voor het banenquotum van de inkopende werkgever.
R – Review
Het scannen van een in concept opgemaakte offerte op kernelementen zoals consistentie, leesbaarheid, toegevoegde waarde en volledigheid.
S – Strategische inschrijving
Een inschrijving waarbij een aanbieding zo wordt ingericht dat maximaal wordt gescoord op de in de aanbestedingsdocumenten benoemde gunningscriteria. In beginsel is dit toegestaan. Bij een manipulatieve inschrijving probeert een inschrijver de opdracht naar zich toe te trekken door een inschrijving te doen die weliswaar aan de eisen voldoet, maar een resultaat bewerkstelligt dat niet door de beoordelingssystematiek wordt beoogd. Strategisch inschrijven kan omslaan in manipulatief inschrijven.
T – TenderNed
Online marktplein voor aanbestedingen. Sinds de invoering van de Aanbestedingswet 2012 zijn overheidsdiensten en –ondernemingen verplicht om hun aanbestedingen op dit digitale platform te publiceren.
U – Uitsluitingsgronden
Een lijst van juridische omstandigheden waarin de inschrijver kan verkeren, die diens uitsluiting verplichten dan wel diens uitsluiting tot gevolg kan hebben.
V – Voorlopige gunning
Inschrijvers worden in staat gesteld om tegen een gunnings-beslissing bezwaar aan te tekenen. De aanbestedende dienst stuurt daarom eerst een mededeling met de gunnings-beslissing aan alle inschrijvers. Als er geen bezwaren zijn , gaat de aanbestedende dienst na 20 dagen over tot (definitieve) gunning en kan hij de overeenkomst sluiten.
W – Waardepropositie
Het aanbod waarmee de inschrijver een probleem voor haar klanten oplost. Een propositie is waardevol als deze goed inspeelt op de wensen en behoeften van de klant en duidelijk aangeeft wat de waarde van het aanbod is voor de klant.
Z – Zakelijk overeenkomst
Het doel van een aanbesteding is het aangaan van een zakelijke overeenkomst met een of meerdere partijen voor het leveren van middelen of diensten.
4 Beginselen van Europees Aanbesteden
1. Non-discriminatie
Geen onderscheid naar nationaliteit.
2. Gelijke behandeling
Geen discriminerende factoren waardoor de een meer kansen krijgt dan de ander. Iedereen moet objectief en op dezelfde wijze behandeld worden en iedereen moet dezelfde informatie krijgen.
3. Transparantie
Met een voor iedereen leesbare beschrijving is vooraf duidelijk gemaakt wat er verwacht wordt. Beslissingen worden duidelijk gemotiveerd.
4. Proportionaliteit
Alle technische specificaties, uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen, selectie- en gunningscriteria zijn relevant en staan in verhouding tot de aard en omvang van de opdracht.
Tender ABC
L – Leidraad
Het reglement dat de deelname-voorschriften en het verloop van de gehele aanbestedings-procedure voorschrijft.
M – Marktconsultatie
Een instrument ter voorbereiding van een aanbesteding van grote, complexe of innovatieve projecten of wanneer de prijs van een project moeilijk te ramen is. Marktconsultaties komen in allerlei vormen voor en hebben verschillende doeleinden.
N – Nota van Inlichtingen
Document waarin de aanbestedende dienst de vragen van geïnteresseerde ondernemers geanonimiseerd bundelt en beantwoordt. De antwoorden in de nota van inlichtingen staan boven het bepaalde in de leidraad.
STARTVRAGEN
* Waarom deze uitvraag?
* Wat zijn de doelen van deze klant?
* Waar heeft de klant behoefte aan?
* Wie is de gebruiker?
* Hoe werken ze?
* Welke strategie hanteren ze?
* Welke job needs to be done?
* Tegen welke problemen lopen ze aan?
* Wie is de probleemeigenaar?
* Waarom willen ze deze taak uitgevoerd hebben?
* Hoe denken ze?
* Wie zijn hun klanten?
* Wie is de zittende partij?
* Hoe doen ze zaken?
* Hoe zijn ze georganiseerd?
* Waar liggen ze wakker van?
* Wat is hun visie?
* Wat is de bedrijfscultuur?
* Hoe vaak kopen ze?
* Welke middelen en materialen zijn er (al)?
* Welke procedures worden gevolgd?
* Wat zijn hun inkomsten?
* Zijn er protocollen?
* Wat zoeken ze in een leverancier?
* Hebben ze vooroordelen?
* Wat zijn de ervaringen met leveranciers?
* Wat zijn de pijnpunten?
* Hebben ze alternatieven?
* Kunnen ze het zelf doen?
* Hoe innovatief zijn ze?
* Wat maakt hun taak lastig?
* Hoe kunnen wij daarbij helpen?
* Welke kansen hebben ze?
* Hoe beoordelen ze offertes?
* Wie zijn hun concurrenten?
* Opereren ze internationaal?
* Hoe profileren zij zich?
* Wat is het inkoopbudget?
* Wie is de beslisser?
* Hoe verschijnen ze in de media?
* Is er een omgeving om rekening mee te houden?
* Welke voorkeuren hebben ze?
* In welk markt opereren ze?
* Welke (maatschappelijke) ontwikkelingen dienen zich voor hen aan?
* Welke bedreigingen zijn er?
* Wie is de contactpersoon?
* Wat zijn de beoogde resultaten?
* Wat is het koopmotief?
* Wat zijn de risico’s?
* Welke reputatie hebben ze?
* Wat is hun taalgebruik?
* Zijn ze succesvol?
* In welke leeftijdsgroep bewegen ze?
* Hoe maken ze beslissingen?
* Zijn er (onuitgesproken) verwachtingen?
* Zijn er vooroordelen om rekening mee te houden?
* Hoe gaan ze om met het onderhoud?
